3. Op zoek naar de oorsprong

In mijn eerdere weblogs heb ik uiteengezet dat er naar mijn mening nogal wat mankeert aan de manier waarop wij boekhouders aan ondernemers proberen te vertellen wat het resultaat is van hun dagelijkse geploeter. Ook heb ik er toen op gewezen dat het probleem zit in de definitie van het begrip resultaat, dat meestal wordt aangeduid als winst of verlies en dat helemaal afhankelijk is van wat er wel of niet op de balans geplaatst mag of moet worden.

Ik durf nog een stapje verder te gaan door te stellen dat niet alleen de definitie van resultaat, maar het hele concept van resultaatbepaling op de helling moet.

En nu ik toch bezig ben, het is zelfs beter om maar helemaal van de resultaatbepaling, zoals we die tot nu toe kennen, af te stappen. Het leidt alleen maar af van waar het werkelijk om gaat.

Winst en verlies moeten slechts worden gezien als bijproducten van een bepaalde manier van registreren of boekhouden, die lang geleden misschien wél zinvol was, maar die niet als hoofddoel had om het resultaat te bepalen. Jammer genoeg is het begrip een eigen leven gaan leiden en is het uitgegroeid tot het belangrijkste financiële kengetal, in mijn ogen volkomen onterecht. Zoals hierboven is aangegeven, is het begrip winst of verlies volledig afhankelijk van het begrip balans. Daarom gaan we in het navolgende eerst maar eens op zoek naar de oorsprong van de balans.

De balans is ontstaan uit de behoefte om controle te krijgen en te houden over inkomsten en uitgaven, meer is het niet. Zolang de handel bestond uit het ruilen van goederen was een dergelijke controle niet erg zinvol. Men kon met gemak de verschillende soorten goederen en producten van elkaar onderscheiden en daardoor ook goed overzien wat men had. Bovendien waren goederen in het ruilverkeer niet erg multifunctioneel. Als je een geit had en je wilde een brood kopen dan moest je maar afwachten of de leverancier van brood ook geiten als betaling accepteerde. Bovendien is een geit niet zo eenvoudig deelbaar in kleinere 'coupures', zodat de ruil wel eens erg onvoordelig uit zou kunnen pakken.

Geld daarentegen is voor veel meer doeleinden te gebruiken, maar juist daardoor is een goede registratie van de mutaties onmisbaar. Als een handelaar heel lang geleden 's avonds terugkeerde van de markt dan wilde hij waarschijnlijk graag weten of de verkoopopbrengst van die dag overeenkwam met wat hij ervan verwacht had. Dat het om de verkoopopbrengst ging lijkt uiteraard vanzelfsprekend, maar toch wil ik dit nog eens extra benadrukken.

GELD verdienen was immers het doel van zijn handel en de verkoopopbrengst was daarin de belangrijkste factor.

Geld tellen was de enige manier om achter die verkoopopbrengst te komen. Tellen alleen was echter niet voldoende want ongetwijfeld zal hij zich daarna hebben afgevraagd of het bedrag wel klopte. Om dat te controleren had hij geen andere mogelijkheid dan proberen te achterhalen wat hij allemaal ontvangen en uitgegeven had. Het begon al met de vraag met welk bedrag hij die ochtend naar de markt was gegaan en ziedaar het eerste, weliswaar nog prille element van een beginbalans. Bij het bepalen van de mutaties moest dat beginbedrag uiteraard buiten beschouwing worden gelaten. Om achter de verkoopopbrengst te komen moest hij vervolgens ook alle mutaties elimineren, die niet uit de verkoop van producten voortkwamen.

De verkoopopbrengst was het bedrag dat uiteindelijk overbleef wanneer hij het totaal aan mutaties van die dag ontdaan had van alle andere mutaties. Mooi natuurlijk, maar toch wilde hij waarschijnlijk ook nog zekerheid omtrent de juistheid van die verkoopopbrengst. Als hij wist hoeveel producten hij verkocht had en als hij ook nog wist tegen welke prijs dan was het eenvoudig. Maar wanneer er zoveel omging in zijn handel, dat hij niet meer exact wist welke en hoeveel producten er verkocht waren, dan moest hij dat op een indirecte wijze achterhalen. Hij telde daartoe de eindvoorraad per product en bracht die totalen in mindering op de totalen van de beginvoorraden plus de gekochte producten. Dit vereiste wél dat hij nog wist wat zijn beginvoorraden waren en dat er geen producten op andere manieren waren verdwenen.

Om een lang verhaal kort te maken, er moest zoveel onthouden worden, dat het niet lang duurde voordat men naast de begin- en eindstanden ook de inkomsten en uitgaven ging opschrijven. En met betrekking tot die inkomsten en uitgaven ging met ook nog eens opschrijven waarom ze waren gedaan. We zien hier het begin van dubbel boekhouden. Dit systeem werd gaandeweg verder uitgebreid tot de systematiek die wij tegenwoordig kennen.


In de volgende blog ga ik hierop verder en zal ik uiteenzetten waarom het daarna fout is gegaan.

Geen opmerkingen: