In mijn eerdere
weblogs heb ik uiteengezet dat er naar mijn mening nogal wat mankeert
aan de manier waarop wij boekhouders aan ondernemers proberen te
vertellen wat het resultaat is van hun dagelijkse geploeter. Ook heb ik
er toen op gewezen dat het probleem zit in de definitie van het begrip
resultaat, dat meestal wordt aangeduid als winst of verlies en dat
helemaal afhankelijk is van wat er wel of niet op de balans geplaatst
mag of moet worden.
Ik
durf nog een stapje verder te gaan door te stellen dat niet alleen de
definitie van resultaat, maar het hele concept van resultaatbepaling op
de helling moet.
En nu ik toch bezig ben, het is zelfs beter om maar helemaal van de
resultaatbepaling, zoals we die tot nu toe kennen, af te stappen. Het
leidt alleen maar af van waar het werkelijk om gaat.
Winst
en verlies moeten slechts worden gezien als bijproducten van een
bepaalde manier van registreren of boekhouden, die lang geleden
misschien wél zinvol was, maar die niet als hoofddoel had om het
resultaat te bepalen. Jammer genoeg is het begrip een eigen leven gaan
leiden en is het uitgegroeid tot het belangrijkste financiële kengetal,
in mijn ogen volkomen onterecht. Zoals hierboven is aangegeven, is het
begrip winst of verlies volledig afhankelijk van het begrip balans.
Daarom gaan we in het navolgende eerst maar eens op zoek naar de
oorsprong van de balans.
De
balans is ontstaan uit de behoefte om controle te krijgen en te houden
over inkomsten en uitgaven, meer is het niet. Zolang de handel bestond
uit het ruilen van goederen was een dergelijke controle niet erg zinvol.
Men kon met gemak de verschillende soorten goederen en producten van
elkaar onderscheiden en daardoor ook goed overzien wat men had.
Bovendien waren goederen in het ruilverkeer niet erg multifunctioneel.
Als je een geit had en je wilde een brood kopen dan moest je maar
afwachten of de leverancier van brood ook geiten als betaling
accepteerde. Bovendien is een geit niet zo eenvoudig deelbaar in
kleinere 'coupures', zodat de ruil wel eens erg onvoordelig uit zou
kunnen pakken.
Geld
daarentegen is voor veel meer doeleinden te gebruiken, maar juist
daardoor is een goede registratie van de mutaties onmisbaar. Als een
handelaar heel lang geleden 's avonds terugkeerde van de markt dan wilde
hij waarschijnlijk graag weten of de verkoopopbrengst van die dag
overeenkwam met wat hij ervan verwacht had. Dat het om de
verkoopopbrengst ging lijkt uiteraard vanzelfsprekend, maar toch wil ik
dit nog eens extra benadrukken.
GELD verdienen was immers het doel van zijn handel en de verkoopopbrengst was daarin de belangrijkste factor.
Geld
tellen was de enige manier om achter die verkoopopbrengst te komen.
Tellen alleen was echter niet voldoende want ongetwijfeld zal hij zich
daarna hebben afgevraagd of het bedrag wel klopte. Om dat te controleren
had hij geen andere mogelijkheid dan proberen te achterhalen wat hij
allemaal ontvangen en uitgegeven had. Het begon al met de vraag met welk
bedrag hij die ochtend naar de markt was gegaan en ziedaar het eerste,
weliswaar nog prille element van een beginbalans. Bij het bepalen van de
mutaties moest dat beginbedrag uiteraard buiten beschouwing worden
gelaten. Om achter de verkoopopbrengst te komen moest hij vervolgens ook
alle mutaties elimineren, die niet uit de verkoop van producten
voortkwamen.
De
verkoopopbrengst was het bedrag dat uiteindelijk overbleef wanneer hij
het totaal aan mutaties van die dag ontdaan had van alle andere
mutaties. Mooi natuurlijk, maar toch wilde hij waarschijnlijk ook nog
zekerheid omtrent de juistheid van die verkoopopbrengst. Als hij wist
hoeveel producten hij verkocht had en als hij ook nog wist tegen welke
prijs dan was het eenvoudig. Maar wanneer er zoveel omging in zijn
handel, dat hij niet meer exact wist welke en hoeveel producten er
verkocht waren, dan moest hij dat op een indirecte wijze achterhalen.
Hij telde daartoe de eindvoorraad per product en bracht die totalen in
mindering op de totalen van de beginvoorraden plus de gekochte
producten. Dit vereiste wél dat hij nog wist wat zijn beginvoorraden
waren en dat er geen producten op andere manieren waren verdwenen.
Om
een lang verhaal kort te maken, er moest zoveel onthouden worden, dat
het niet lang duurde voordat men naast de begin- en eindstanden ook de
inkomsten en uitgaven ging opschrijven. En met betrekking tot die
inkomsten en uitgaven ging met ook nog eens opschrijven waarom ze waren
gedaan. We zien hier het begin van dubbel boekhouden. Dit systeem werd
gaandeweg verder uitgebreid tot de systematiek die wij tegenwoordig
kennen.
In de volgende blog ga ik hierop verder en zal ik uiteenzetten waarom het daarna fout is gegaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten